JOZEF

Als we hem leren kennen in de Bijbel is hij 17 jaar

Zijn jonge leven was best wel zwaar

Moederliefde heeft hij weinig gekend

Wel werd hij door zijn vader enorm verwend

Hij was de lievelingszoon van zijn vader

Maar hij was ook een verrader

Aan vader Jakob vertelde hij alles wat zijn broers verkeerd deden

Waardoor ze hem gingen haten en hem meden

Jozef werd verstoten door zijn broers

O wat waren ze jaloers

Jozef had bijzondere dromen

En zijn broers wilde zijn gedrag wel een beetje intomen

Ze vonden hem een grote fantast

Hij was hun tot overlast

Van Jakob zijn vader kreeg Jozef een prachtig gewaad

Dat wekte bij zijn broers nog meer op de haat

Zijn vader zei hem, ga je broers eens op zoeken

Die op het land de schapen hoeden

Had Jakob de smeulende woede bij zijn zoons niet gemerkt?

Beseft hij niet dat hij die haat en woede zelf heeft versterkt?

Jozef ging in zijn mooie kleren

Zijn broers wel even controleren

Hij vond ze met de kudde in de woestijn

Onbewust van het smeulende venijn

In de verte zagen zijn broers hem al aankomen

En samen werd er actie ondernomen

Ze grepen hem in zijn kraag

Jozef liep zo in de hinderlaag

Hem vermoorden waren ze eerst van plan

Maar Ruben zij daar komt niets van

Gooi hem maar in een put

Hij is toch een mooie nietsnut

Wat zou Jozef in de put hebben gedacht, hebben gevoeld?

Misschien wel door wanhoop overspoeld

Zou hij tot God hebben gebeden?

Of net als zijn vader Jakob met God hebben gestreden?

We weten het niet

Want in de Bijbel staat het niet

Zijn broers gaan rustig naast de put zitten eten

Zouden ze hem dan zomaar zijn vergeten?

Blijkbaar komen ze weer terug op hun besluit

Want Jozef mag de put weer uit

Wat een verwarring zal dit voor hem zijn

Hier eenzaam, midden in de woestijn

Maar Jozef wordt niet vrijgelaten

Hij moet zelfs zijn vaderland achterlaten

Als slaaf wordt hij verkocht aan een karavaan

Zo verdwijnt hij ver bij zijn familie vandaan!